“Begin al na 4 weken met reïntegratie van zieke medewerkers”
Vokapaper: De arbeidsmarkt is ziek
10 juni 2022
Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, lanceert verschillende voorstellen om iets te doen aan de groeiende problematiek van zieke medewerkers. Ziekte-uitval voorkomen is de belangrijkste opdracht. Wie toch uitvalt door ziekte, wordt best al na 4 weken van nabij opgevolgd. Dialoog met de arbeidsarts rond wat wel kan, dient hierbij een centrale rol te krijgen. De VDAB kan nog sterker inzetten op het opnieuw naar werk begeleiden van mensen na hun ziekte: het aantal begeleidingstrajecten moet maal 10 om echt het verschil te maken. Een fitnote in plaats van een ziektebriefje moet gedeeltelijke werkhervatting na ziekte eenvoudiger maken.
“Vlaanderen telt meer langdurig zieken dan werklozen. Als we meer mensen aan de slag willen krijgen, moeten we dringend focussen op de mensen die door ziekte niet aan het werk zijn. Onze ziektecijfers liggen hoger dan in de buurlanden, dat is niet goed voor werknemers en werkgevers. Onze procedures om mensen na hun ziekte te re-integreren zijn te traag, te complex en inefficiënt. Omdat de aanpak van onze beleidsmakers niet voldoet, komt Voka met eigen voorstellen. We moeten vooral korter op de bal spelen”, zegt Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van Voka.
Vokapaper De arbeidsmarkt is ziek.pdf
PDF - 1.2 Mb
De arbeidsmarkt is ziek
Steeds meer mensen zijn afwezig van het werk wegens ziekte. Het aantal langdurig zieken is in de afgelopen 8 jaar met 42% toegenomen tot meer dan 240.000 Vlamingen. Dat is fors meer dan het aantal werklozen in Vlaanderen dat momenteel 130.000 bedraagt. En opvallend: we staan hiermee alleen in Europa.
Als we de werkzaamheidsgraad willen opkrikken tot 85% dan moeten we dringend meer aandacht besteden aan de groeiende groep zieken. In de Vokapaper De arbeidsmarkt is ziek analyseert Daan Aeyels de situatie als volgt:
“We reageren veel te traag wanneer mensen uitvallen. Pas 4 maanden na de eerste ziektedag wordt een re-integratieplan opgemaakt en nog later pas verschijnt een terug-naar-werk-coördinator op het toneel. Dat is te laat. Het eerste contact met de zieke werknemer, de ondersteuning en de begeleiding opnieuw naar de werkvloer moeten vroeger beginnen. Om een evolutie naar een chronische fase te vermijden, kan ondersteuning en begeleiding best opgestart worden vanaf de eerste maand afwezigheid”, zegt Daan Aeyels, Voka-expert gezondheidszorg.
Preventie is de sleutel
Mits een betere preventieve aanpak kunnen werkgevers vermijden dat mensen ziek worden. De meest voorkomende ziekten waardoor mensen niet meer aan het werk kunnen, zijn burn-outs (en andere psychische aandoeningen) en lage rugpijn (en andere aandoeningen aan het bot- of spierstelsel). Werkgevers hebben er alle belang bij om een geïntegreerd welzijnsbeleid op te zetten dat strategisch inzet op minder uitval. Meer autonomie bieden aan werknemers en transparante communicatie zijn daarbij essentieel. Voka raadt aan om mentaal welzijn bespreekbaar te maken op het werk en om psychologische begeleiding aan te bieden aan de medewerkers.
4 voorstellen
Voka doet 4 voorstellen om van de re-integratie van langdurig zieken wel een succes te maken:
- Ga al na 4 weken met de zieke in gesprek
Na vier weken arbeidsongeschiktheid moet de arbeidsarts samen met de zieke werknemer een medische vragenlijst invullen, in plaats van na vier maanden vandaag. Twee weken later al kan dan een duidelijk plan van aanpak worden afgesproken met concrete afspraken over de hersteltijd, over een gedeeltelijke werkhervatting, jobcoaching of externe begeleiding. Pas wanneer het plan van aanpak niet wordt nageleefd, wordt de adviserend arts van het ziekenfonds ingeschakeld. Als ook die bemiddeling niets oplevert, kan worden overgegaan tot responsabilisering en indien nodig een overgang naar de werkloosheid. - Zet de arbeidsarts centraal
Vandaag zijn maar liefst vier artsen betrokken bij de re-integratie van langdurig zieken: de behandelende arts, de arbeidsarts, de controlearts en de adviserend arts van het ziekenfonds. Zet de arbeidsarts centraal. Wanneer de behandelende arts vermoedt dat het werk een rol speelt in de ziekte, verwijst hij best meteen door naar de arbeidsarts. De arbeidsarts is immers dé specialist rond werk. Data1 tonen aan dat bij een vlotte doorverwijzing naar de arbeidsarts 8 op de 10 zieken terugkeert naar de werkvloer binnen de zes maanden. Een efficiëntere inzet van artsen maakt het systeem eenvoudiger, effectiever en laat toe om meer zieke medewerkers te begeleiden. - Maak van deeltijdse werkhervatting een vanzelfsprekendheid
Wie terugkeert uit ziekte kan sneller weer aan de slag als een deeltijdse werkhervatting mogelijk is. De ziekte-uitkering wordt dan gecombineerd met het arbeidsinkomen zodat de werknemer tijdens het herstel het werk kan opbouwen. Dit systeem bestaat al, maar kan verbeterd worden. Vandaag oordeelt de adviserend arts of de zieke werknemer weer deeltijds aan de slag kan, eventueel met een aangepaste jobinhoud. Maar die adviserend arts staat doorgaans erg ver van de werkvloer af. Deze inschatting kan beter gebeuren na overleg met de arbeidsarts. De deeltijdse werkhervatting moet ook soepel en voor een langere periode dan twee jaar mogelijk zijn. - Fit notes
In Nederland meldt een zieke werknemer zich binnen de week aan bij de arbeidsarts om na te gaan wat er gedaan kan worden om de medewerker aan de slag te houden. De arts attesteert op een fit note wat de werknemer wel nog kan. Ook de werkgever is betrokken en zoekt mee naar aangepast werk. Voka pleit voor de invoering van fit notes in België. Vandaag is er geen enkel contact mogelijk tussen de werkgever en een zieke medewerker. Daardoor ontstaat algauw een fysieke en mentale afstand tussen de zieke en de collega’s op de werkvloer.
"Wie ziek wordt, is vaak wel nog in staat om bepaalde taken uit te voeren. Een fit note in plaats van een ziektebriefje maakt een gesprek tussen werkgever en werknemer mogelijk over wat wel nog kan. Op die manier verliest een langdurig zieke niet alle contact met de werkvloer", besluit Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van Voka.
Naar 40.000 begeleidingen per jaar
RIZIV en de VDAB werken samen om wie langer dan een jaar ziek is, opnieuw te begeleiden naar werk. Die begeleiding levert te weinig resultaten op: slechts in 1 op 3 gevallen is de begeleiding naar een nieuwe job succesvol. Het aantal begeleidingstrajecten ligt met 4.300 per jaar te laag. Om echt het verschil te maken voor de grote groep van 240.000 langdurig zieke Vlamingen is meer ambitie nodig. Het aantal begeleidingstrajecten moet voor Voka groeien naar 40.000 per jaar door zieke werknemers veel sneller toegang te geven tot deze trajecten.
Voka Groeimanifest
De Vokapapers geven uitvoering aan het Voka Groeimanifest. Daarin lijst Voka 11 concrete engagementen op waar de Vlaamse ondernemingen zich achter scharen. Doel is om te zorgen voor duurzame economische groei waar iedereen beter van wordt.
Uit het Voka Groeimanifest:
- Wij zullen duurzame loopbanen aanbieden met oog voor persoonlijke ontwikkeling, werkbaarheid en gezondheid voor onze medewerkers om zo iedereen aan boord te krijgen en te houden.
- Wij gaan voor een inclusieve werkomgeving door opportuniteiten te bieden voor alle talent dat ondernemerschap en ambitie toont.
- Wij zullen onze medewerkers coachen om toekomstgerichte vaardigheden te verwerven door onder meer in te zetten op levenslang leren.